Profielen handmatig distribueren

U kunt handmatig profielen distribueren naar gebruikers van iOS-apparaten en Mac-computers.

Wanneer u het gebruikersportaal van Profielbeheer niet wilt gebruiken of Profielbeheer niet als MDM-voorziening wilt gebruiken, kunt u met Profielbeheer configuratieprofielen aanmaken en deze vervolgens naar gebruikers distribueren. De profielen kunnen daarna handmatig worden geïnstalleerd of worden gebruikt door Apple Configurator 2.

Configuratieprofielen distribueren via e-mail of een website

  1. Selecteer een apparaat, gebruiker of groep in de navigatiekolom van Profielbeheer.

  2. Klik op de knop 'Download'.

    Een .mobileconfig-bestand wordt naar de map 'Downloads' op uw Mac gedownload.

  3. Stuur het .mobileconfig-bestand als bijlage bij een e-mailbericht naar uw gebruikers of plaats een koppeling naar het bestand op een webpagina, zodat gebruikers het bestand kunnen downloaden.

    U mag het bestand niet comprimeren en de bestandsextensie niet wijzigen. De bestandsextensie '.mobileconfig' is verplicht, omdat het bestand anders niet wordt herkend en daardoor niet op het apparaat kan worden geïnstalleerd wanneer gebruikers de bijlage openen.

Configuratieprofielen op iOS-apparaten installeren

Wanneer een gebruiker een profiel van het web downloadt met Safari of de bijlage opent met Mail, wordt het bestand met de extensie '.mobileconfig' op het apparaat als profiel herkend. Zodra de gebruiker op 'Installeer' tikt, wordt de installatie gestart.

Tijdens de installatie wordt de gebruiker gevraagd bepaalde gegevens in te voeren, zoals wachtwoorden die niet in het profiel zijn opgegeven en andere gegevens die vereist zijn voor de instellingen die u hebt opgegeven. De gebruiker wordt ook gevraagd wachtwoorden in te voeren die vereist zijn voor het gebruik van certificaten die in het profiel zijn opgenomen.

Als een Exchange-account in de configuratie is opgegeven, worden ook de Exchange ActiveSync-beleidsregels van de server opgehaald. Elke volgende keer dat er verbinding wordt gemaakt, worden de beleidsregels bijgewerkt als ze zijn gewijzigd. Als in de apparaat- of Exchange ActiveSync-beleidsregels een toegangscode-instelling is opgenomen, moet de gebruiker een toegangscode invoeren die aan de beleidsregels voldoet om de installatie te kunnen voltooien.

Als de installatie niet wordt voltooid, bijvoorbeeld omdat de Exchange-server onbereikbaar is of omdat de gebruiker het proces heeft geannuleerd, gaan alle gegevens die de gebruiker heeft ingevoerd, verloren.

  1. Ga naar het e-mailbericht waarin (of de website waarop) het configuratieprofiel staat en download het profiel naar uw iOS-apparaat.

    Het bestand wordt op uw iOS-apparaat automatisch herkend, zodat 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Profielen' wordt geopend.

  2. Tik op 'Installeer' om het profiel te installeren.

    Er wordt een .mobileconfig-bestand op uw iOS-apparaat geïnstalleerd.

Configuratieprofielen installeren op OS X-apparaten

Wanneer een gebruiker het profiel downloadt met Safari of de bijlage opent met Mail, wordt het bestand met de extensie '.mobileconfig' als profiel herkend en wordt de gebruiker gevraagd te bevestigen dat het profiel moet worden geïnstalleerd.

Tijdens de installatie wordt de gebruiker gevraagd bepaalde gegevens in te voeren, zoals wachtwoorden die niet in het profiel zijn opgegeven en andere gegevens die vereist zijn voor de instellingen die u opgeeft. De gebruiker wordt ook gevraagd wachtwoorden in te voeren die vereist zijn voor het gebruik van certificaten die in het profiel zijn opgenomen.

Als de installatie niet wordt voltooid, gaan alle gegevens die de gebruiker heeft ingevoerd, verloren.

De gebruikers kunnen de profielen die ze hebben geïnstalleerd, weergeven of verwijderen via het paneel 'Profielen' in Systeemvoorkeuren. Als een wachtwoord moet worden ingevoerd om het configuratieprofiel te verwijderen, kunt u een beheerderswachtwoord invoeren in plaats van het wachtwoord van het profiel. Als u met het beheerderswachtwoord het profiel wilt verwijderen, houdt u in het paneel 'Profielen' in Systeemvoorkeuren de Option-toets ingedrukt terwijl u op de knop met het minteken Knop met het minteken klikt.

  1. Ga naar het e-mailbericht waarin (of de website waarop) het configuratieprofiel staat en download het profiel naar uw Mac.

    Het bestand wordt op uw Mac automatisch herkend, zodat 'Systeemvoorkeuren' > 'Profielen' wordt geopend.

  2. Klik op 'Toon profiel' om het profiel te bekijken of klik op 'Ga door' om het profiel te installeren.

    Er wordt een .mobileconfig-bestand op uw Mac geïnstalleerd.

Configuratieprofielen handmatig bijwerken en verwijderen

Om een configuratieprofiel bij te werken dat handmatig is geïnstalleerd, distribueert u het nieuwe profiel naar de gebruikers en laat u hen de nieuwe versie installeren. Als de profielnaam overeenkomt met de naam van het geïnstalleerde profiel, wordt de oude versie vervangen door de nieuwe versie.

Als u een configuratieprofiel verwijdert, worden de beleidsregels en alle gegevens (inclusief e-mailaccounts) die aan het profiel zijn gekoppeld, verwijderd.

  • Op iOS-apparaten gaat u naar 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Profielen' om een configuratieprofiel te verwijderen.

  • Ga in OS X naar het paneel 'Profielen' in Systeemvoorkeuren.

    Als een wachtwoord moet worden ingevoerd om het configuratieprofiel te verwijderen, kunt u een beheerderswachtwoord invoeren in plaats van het wachtwoord van het profiel. Als u met het beheerderswachtwoord het profiel wilt verwijderen, houdt u in het paneel 'Profielen' in Systeemvoorkeuren de Option-toets ingedrukt terwijl u op de knop met het minteken klikt.