Toegangscode-instellingen

Met deze payload kunt u opgeven of een toegangscode vereist is om het apparaat te gebruiken, welke kenmerken de toegangscode heeft en hoe vaak de toegangscode moet worden gewijzigd.

Opmerking: Gebruik de payload voor toegangscode-instellingen voor alle configuratieprofielen. Zie Informatie over profielen en payloads en Tips voor payloads voor meer informatie.

Als u apparaatbeleidsregels en Exchange-toegangscodebeleidsregels gebruikt, worden de twee sets beleidsregels samengevoegd en worden de strengste instellingen toegepast. Zie het gedeelte Microsoft Exchange van de Referentiehandleiding voor de implementatie van iOS-apparaten voor informatie over ondersteunde Exchange ActiveSync-beleidsinstellingen.

Wanneer de payload voor toegangscode-instellingen is geïnstalleerd op een iOS-apparaat, heeft de gebruiker 60 minuten de tijd om een toegangscode in te voeren. Als de gebruiker binnen dat tijdsbestek geen toegangscode invoert, moet een toegangscode worden ingevoerd met de opgegeven instellingen.

Instelling

Beschrijving

Sta eenvoudige waarde toe

Hiermee stelt u in dat gebruikers opeenvolgende of herhaalde tekens in hun toegangscodes kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld: '3333' of 'DEFG'.

Alfanumerieke waarde vereist

Hiermee stelt u in dat de toegangscode minimaal één letter of cijfer moet bevatten.

Minimale lengte toegangscode

Hiermee geeft u het minimale aantal tekens op waaruit een toegangscode moet bestaan.

Minimale aantal complexe tekens

Hiermee geeft u het aantal niet-alfanumerieke tekens (zoals $ en !) op dat de toegangscode moet bevatten.

Maximale gebruiksduur toegangscode (in dagen)

Hiermee stelt u in dat gebruikers hun toegangscode moeten wijzigen met het interval dat u opgeeft. U kunt 'Geen' opgeven of een aantal dagen tussen 1 en 730 instellen.

Max. automatische vergrendeling (in minuten)

Hiermee stelt u in dat het apparaat automatisch wordt vergrendeld als het niet wordt gebruikt gedurende de tijd die u opgeeft. U kunt 'Geen' opgeven of instellen dat het apparaat na 1 tot 5 minuten wordt vergrendeld. Voer de toegangscode in om het apparaat te ontgrendelen.

Geschiedenis toegangscodes

Een nieuwe toegangscode wordt geweigerd als de nieuwe code overeenkomt met een eerder gebruikte toegangscode. U kunt opgeven hoeveel eerdere toegangscodes worden bewaard en gecontroleerd. U kunt 'Geen' opgeven of een aantal toegangscodes tussen 1 en 50 instellen.

Maximale geldigheid toegangscode bij vergrendeling

Hiermee geeft u op hoe snel het apparaat na gebruik weer kan worden ontgrendeld zonder dat opnieuw om de toegangscode wordt gevraagd.

Maximale aantal mislukte pogingen

Dit is het aantal keren dat een foutieve toegangscode mag worden ingevoerd voordat een iOS-apparaat wordt gewist of een OS X-apparaat wordt vergrendeld.

Als u deze instelling niet wijzigt, wordt er na zes mislukte pogingen automatisch een wachttijd ingesteld, zodat de gebruiker moet wachten voordat hij of zij een nieuwe poging kan doen.

De wachttijd wordt na elke mislukte poging langer. Na de laatste mislukte poging worden alle gegevens en instellingen op het iOS-apparaat veilig gewist. Een OS X-apparaat wordt vergrendeld na de laatste poging.

De wachttijd voor het invoeren van de toegangscode wordt ingesteld na de zesde poging. Als u deze waarde dus instelt op zes of lager, wordt er geen wachttijd ingesteld en wordt het apparaat gewist wanneer het maximale aantal pogingen is bereikt.

Vertraging na mislukte inlogpogingen (alleen OS X)

Het aantal minuten voordat het inlogvenster weer verschijnt, nadat het maximale aantal mislukte pogingen is bereikt.