1. Voer in uw webbrowser de URL voor Profielbeheer in of klik op de koppeling 'Open Profielbeheer' in het paneel 'Profielbeheer' van het programma Server.

2. Log met een beheerdersaccount in op Profielbeheer.

3. Selecteer het apparaat, de gebruiker of de groep waarvoor de instellingen bestemd zijn.

4. Klik op 'Instellingen' en klik vervolgens op 'Wijzig'.

   Zie het gedeelte met naslaginformatie over configuratieprofielen in deze Help voor een overzicht van de opties voor de afzonderlijke payloads. Bekijk daarnaast de informatie in Informatie over profielen en payloads en Tips voor payloads.

5. Selecteer een payload in de lijst aan de linkerkant. Klik op 'Configureer', wijzig de instellingen en klik vervolgens op 'OK'.

   U kunt meerdere payloads configureren voor één configuratieprofiel.

6. Klik op 'Bewaar' om de wijzigingen te bewaren voor de geselecteerde gebruiker of groep.

   U kunt het profiel op elk gewenst moment wijzigen. Wijzigingen voor gebruikers gaan in zodra een gebruiker het bijgewerkte profiel downloadt.

Het profiel kan nu door gebruikers worden gedownload via het gebruikersportaal. Als het profiel wordt toegewezen aan een beheerd apparaat, ontvangt het apparaat een pushmelding van Profielbeheer om het bijgewerkte profiel te downloaden en te installeren. Bekijk de activiteiten van Profielbeheer in de navigatiekolom om te controleren of een apparaat verbinding heeft gemaakt en het bijgewerkte profiel heeft ontvangen.

1. Voer in uw webbrowser de URL voor Profielbeheer in of klik op de koppeling 'Open Profielbeheer' in het paneel 'Profielbeheer' van het programma Server.

2. Selecteer het apparaat, de gebruiker of de groep en klik op de knop 'Wijzig' naast het configuratieprofiel dat u wilt wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in de bewerkingspanelen voor de payloads.

   Zie het gedeelte over configuratieprofielen in deze Help voor het configureren van de instellingen.

3. Klik op 'Bewaar'.