Apparaatgroepen beheren

U kunt apparaten groeperen voor het delen van configuratieprofielen en apps. Apparaatgroepen kunnen deel uitmaken van andere groepen. Selecteer 'Apparaatgroepen' in de navigatiekolom van Profielbeheer.

  • Om een apparaatgroep aan te maken, klikt u op de knop met het plusteken Knop met het plusteken onder de lijst met groepen en voert u vervolgens een naam voor de groep in.

  • Om een apparaatgroep te verwijderen, selecteert u een groep, klikt u op de knop met het minteken en bevestigt u vervolgens dat u de groep wilt verwijderen.

  • Als u apparaten of apparaatgroepen aan een groep wilt toevoegen, selecteert u de groep en doet u het volgende:

    1. Klik op de knop met het plusteken Knop met het plusteken onder de lijst 'Apparaatgroepen' en kies vervolgens 'Voeg appar. toe' of 'Voeg apparaatgroepen toe'.

    2. Klik in het dialoogvenster op 'Voeg toe' om een specifiek apparaat of een specifieke apparaatgroep toe te voegen en klik vervolgens op 'Gereed'.

      U kunt de lijst filteren of 'Alles' kiezen om alles toe te voegen.

  • Om taken uit te voeren op de apparaten in de groep, selecteert u een apparaatgroep en kiest u vervolgens een taak uit het taakmenu Taakmenu.

    • Wijzig naam apparaat

    • Vergrendel apparaat

    • Wis apparaat

    • Werk info bij

    • Installeer systeemupdates

    • Wis toegangscode

    • Wis beperkingencode

    • Wijzig beheerderswachtwoord

    • Push boeken

    • Push apps

    • Verwijder apps

    • Verwijder boeken

    • Sta activeringsslot toe

    • Wis activeringsslot

    • Vraag om AirPlay-weergave

    • Stop synchrone AirPlay-weergave

  • Welke taken in het taakmenu beschikbaar zijn, hangt af van de beheerinstellingen voor het apparaat.