iOS-apparaten en Mac-computers handmatig toevoegen

Nadat u gebruikers hebt toegevoegd aan Profielbeheer, voegt u hun apparaten aan Profielbeheer toe.

Plaatsaanduidingsrecords voor apparaten zijn optioneel als u gebruikers de mogelijkheid biedt apparaatbeheer zelf in te schakelen via het gebruikersportaal, of als u toestaat dat inschrijvingsprofielen op onbekende apparaten worden gebruikt.

  1. Selecteer 'Apparaten' in de navigatiekolom van Profielbeheer.

  2. Klik op de knop met het plusteken Knop met het plusteken en kies 'Voeg plaatsaanduiding toe' uit het venstermenu.

  3. Kies iOS/OS X uit het venstermenu 'Apparaattype'.

  4. Voer een naam in voor dit apparaat.

  5. Kies een ID uit het venstermenu en voer de relevante gegevens in (minimaal een van de volgende gegevens is vereist):

    • Serienummer

    • UDID

    • IMEI (voor iOS-apparaten met een mobiele verbinding)

    • MEID (voor iOS-apparaten met een mobiele verbinding)

    U kunt deze ID's voor iOS-apparaten vinden via 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Info' en in iTunes als het apparaat is verbonden. Op een Mac kiest u Apple-menu > 'Over deze Mac'.

  6. Klik op 'Voeg toe' om het apparaat te registreren.

    Als de gebruiker via dit apparaat verbinding maakt met Profielbeheer, wordt het standaardconfiguratieprofiel van de gebruiker geïnstalleerd, samen met de configuratieprofielen die u aan het apparaat of de apparaatgroepen hebt toegewezen. Daarnaast worden gegevens over het apparaat vastgelegd, zoals de geïnstalleerde apps.