SCEP-instellingen

Met de payload kunt u instellingen opgeven waarmee het apparaat certificaten van een CA (certificaatautoriteit) kan ontvangen via SCEP (Simple Certificate Enrollment Protocol).

Opmerking: Gebruik de payload voor SCEP-instellingen voor alle configuratieprofielen. Zie Informatie over profielen en payloads en Tips voor payloads voor meer informatie.

Instelling

Beschrijving

URL

Het adres van de SCEP-server.

Naam

Een tekenreeks die door de certificaatautoriteit wordt begrepen. U kunt de naam bijvoorbeeld gebruiken om onderscheid te maken tussen de verschillende exemplaren.

Onderwerp

De X.500-naam, aangeduid als een matrix van een OID en een waarde. Bijvoorbeeld /C=US/O=Apple Inc. /CN=foo/1.2.5.3=bar, wat resulteert in: [ [ ["C", "US"] ], [ ["O", "Apple Inc."] ], ..., [ [ "1.2.5.3", "bar" ] ] ]

Type alternatieve naam onderwerp

Geef het type van een alternatieve naam voor de SCEP-server op. Mogelijke typen zijn 'RFC 822-naam', 'DNS-naam' en 'Uniform Resource Identifier' (URI). Dit kan de URL (Uniform Resource Locator), de URN (Uniform Resource Name) of beide zijn.

NT-principalnaam

De principalnaam die in de certificaataanvraag wordt gebruikt. (Optioneel.)

Nieuwe pogingen

Het aantal keren dat de SCEP-server om een ondertekend certificaat wordt verzocht.

Vertraging nieuwe poging

Het aantal seconden dat moet worden gewacht voordat een nieuw verzoek wordt ingediend.

Challenge

Het vooraf gedeelde geheim waarmee de SCEP-server de aanvraag of de gebruiker kan identificeren.

Drempel voor melding verlopen certificaat (alleen OS X)

Hoelang van tevoren een bericht moet worden weergegeven dat een certificaat binnenkort verloopt (aangegeven in dagen).

Sleutelgrootte en -gebruik

Selecteer een sleutelgrootte en geef met de aankruisvakken onder dit veld aan hoe de sleutel kan worden gebruikt.

Vingerafdruk

Als uw CA gebruikmaakt van HTTP, kunt u met dit veld de vingerafdruk van het CA-certificaat opgeven. Aan de hand van de vingerafdruk kan het apparaat tijdens het inschrijvingsproces de echtheid van de antwoorden van de CA bevestigen. U kunt een SHA1- of MD5-vingerafdruk invoeren of u kunt een certificaat selecteren om de bijbehorende handtekening te importeren.

U kunt SCEP-configuraties toevoegen door op de knop voor het toevoegen van een payload te klikken.

Variabelen

In OS X kunt u de volgende variabelen gebruiken in de velden 'Onderwerp', 'Alternatieve naam onderwerp' en 'NT-principalnaam' bij de SCEP-instellingen. Deze variabelen worden tijdens de installatie op het apparaat omgezet, waardoor u de inschrijvingsaanvraag voor het certificaat dynamisch kunt aanpassen. U kunt deze variabelen combineren met statische tekst, zoals 'Mac. %ComputerName%', om een samengesteld onderwerp aan te maken.

Variabele

Vervanging

%AD_ComputerID%

De computer-ID voor Active Directory

%AD_Domain%

Het Active Directory-domein

%AD_DomainForestName%

De naam van het Active Directory-forest

%AD_DomainGuid%

De Active Directory-GUID

%AD_DomainNameDNS%

De DNS-naam voor Active Directory

%AD_KerberosID%

De Kerberos-ID voor Active Directory

%ComputerName%

De naam van de computer die is ingesteld via 'Systeemvoorkeuren' > 'Delen'

%HardwareUUID%

De unieke ID van de computer

%HostName%

De DNS-naam van de computer, zoals 'mac1.example.com'

%LocalHostName%

De lokale netwerknaam van de computer, zoals 'Mac1.local'

%MACAddress%

Het Ethernet MAC-adres (en0) van de computer

%SerialNumber%

Het serienummer van de computer