Instellingen voor het inlogvenster
Met de payload voor het inlogvenster kunt u inlogvoorkeuren voor de gebruiker instellen en bepalen of de gebruiker de Mac vanuit het inlogvenster kan herstarten of uitzetten. Daarnaast kunt u met deze payload de weergave van het inlogvenster instellen.
Opmerking: Gebruik de payload voor het inlogvenster voor OS X-configuratieprofielen voor apparaten, gebruikers en gebruikersgroepen. Zie Informatie over profielen en payloads en Tips voor payloads voor meer informatie.
U kunt de gewenste instellingen opgeven in de panelen 'Venster', 'Opties', 'Toegang' en 'Scripts'.
Venster
Instelling | Beschrijving |
---|---|
Toon extra informatie in de menubalk | Als deze optie is uitgeschakeld, kan de gebruiker de hostnaam, de OS X-versie en het IP-adres niet weergeven door op de menubalk te klikken. |
Banner | Geef het bericht op dat boven de inloginstructie moet worden weergegeven. U kunt hier bijvoorbeeld een waarschuwing over ongeoorloofd gebruik opgeven. |
Inloginstructie | Selecteer de opties die de gebruikers te zien krijgen. U kunt bijvoorbeeld opgeven welke accounttypen kunnen worden geselecteerd en u kunt opgeven of de knoppen 'Herstart' en 'Zet uit' beschikbaar zijn. |
Optie
In het paneel 'Opties' kunt u diverse instellingen voor inlogopties en -voorzieningen opgeven.
Toegang
In het paneel 'Toegang' kunt u opgeven welke gebruikers en groepen de Mac-computers kunnen gebruiken waarop dit profiel is geïnstalleerd.
Scripts
In het paneel 'Scripts' kunt u zelfgeschreven scripts inschakelen die worden uitgevoerd wanneer gebruikers in- en uitloggen.